Woensdag, 26 september 2018
Korte blog, want ik kan haast niks zien en mijn handen bijna niet gebruiken.
Om half vijf vanmorgen werd ik weer wakker met een stekende, brandende pijn in mijn ogen. Ik heb de nachtdienst gevraagd mijn ogen te druppelen en dat ging met het geduld, de warmte en het inlevingsvermogen van een kille robot.
Ik heb maar niet meer gevraagd of mijn handen en voeten, die in brand leken te staan, ingesmeerd konden worden, dat heb ik zelf op de tast maar liggen doen in het donker.
Gelukkig ben ik nog in slaap gevallen tot half 8. Ik moest nodig naar de wc en ben daar zo goed en zo kwaad als het ging, met mijn ogen dicht en op pijnlijke voetzolen naar toe gestommeld.
Toen ik terug naar bed wilde lopen, raakte ik verstrikt met alle snoeren van de infuuspaal, ik kon de bel niet vinden en heb huilend om hulp staan roepen. Gelukkig hoorde mijn lieve vriendin Katja dat en is ze iemand gaan halen. Godzijdank was daar aan het eind van de donkere nacht de dagdienst weer en als twee reddende engelen kwamen er twee schatten van verpleegkundigen, die me in de watten gelegd hebben en me op alle mogelijkheden manieren hebben geholpen. Ze hebben me gedoucht, aangekleed, mijn ogen verzorgd, mijn handen en voeten ingesmeerd en zijn vooral heel lief voor me geweest.
En om 11 uur was daar mijn liefste, toen was alles weer even goed ❤
De pijn in mijn handen en voeten is nu weer beheersbaar, mijn ogen verdragen nog steeds geen licht en ook in het donker kan ik ze nauwelijks openhouden. Hoewel de prednison van vanmorgen wel iets te doen, want ik ben in staat om nu in het donker met een zonnebril op en mijn ogen tot spleetjes dicht, dit stukje te typen.
Maar man, man, wat een ellendige ochtend heb ik achter de rug.
Ik krijg nu een boterhammetje en een zak bloed voorgeschoteld, dus die zal ik eens naar binnen gaan werken. En dan maar eens kijken wat de rest van de dag me brengt. Ik moet vandaag alle zeilen bij zetten om de humor erin te houden, maar ik heb goede hoop dat ook dat wel weer goed komt. Tot later