Ik kijk er enorm naar uit om even thuis te zijn en weer even ‘gewoon’ onderdeel uit te maken van ons gezin. Aan de andere kant is het ook spannend, want mijn weerstand zakt weer naar het nulpunt, mijn dip begint nu zo’n beetje. Dus ik moet wel goed uitkijken dat ik niks oploop. Dat is niet alleen spannend voor mij, maar vooral ook voor Dennis. Daarom vind ik het extra lief dat hij, ondanks zijn zorgen het tóch aandurft om mij naar huis te halen.
Ik voel me lichamelijk goed, hoewel ik vanmorgen op de hometrainer wel duidelijk kon merken dat mijn bloedwaarden aan het zakken zijn. De weerstand van de fiets stond hetzelfde ingesteld als gisteren, maar het voelde nu of er een nijlpaard op mijn bagagedrager zat, dus maar even een paar standen terug.
Mentaal voel ik me vandaag ook weer goed. Eergisteren zat ik er ’s avonds ineens even helemaal doorheen. Het ziek zijn zelf en alles eromheen kan ik nog wel aan, maar het gevoel aan de zijlijn te staan van mijn eigen leven werd me even teveel. De wereld die gewoon doordraait zonder mij. Mijn werkende leven, mijn sociale leven en mijn gezinsleven gaan allemaal gewoon door, maar ik maak er geen deel van uit, ik hoor nergens meer écht bij. Zo voelt het. En dat is een ontzettend akelig gevoel, waar ik soms heel gefrustreerd en verdrietig van kan worden.
Gelukkig duurt dat gevoel nooit zo lang en zijn de verpleegkundigen hier schatten. In dit kleine wereldje in het ziekenhuis, het enige wereldje waar ik er nog wel écht bij hoor, is er altijd iemand die naast me komt zitten, naar me luistert en die me weet te troosten. En na een huilbui is dan alles weer goed en schijnt de volgende dag het zonnetje weer. Ik ben heel blij met die lieve mensen om me heen hier!
Maar nu mag ik dus even deel uitmaken van het echte leven, buiten deze muren, bij mijn liefsten thuis. Ik heb er heel veel zin in! ❤