Het was me het dagje wel…
De dag begon al absurd vroeg. Mijn favoriete nachtzuster vond het nodig om mijn antibiotica al voor half zes aan te sluiten. En voordat ze dat kon doen moest ze mijn controles doen en bloed afnemen. Er was geen medische noodzaak om dat zo vroeg te doen, maar ze ging bijna op vakantie en wilde lekker bijtijds klaar zijn met haar dienst. Daarna zat slapen er niet echt meer in.
Mijn ontstoken klieren zijn nog onverminderd pijnlijk, maar verder waren er geen nieuwe klachten bij gekomen. Wel waren mijn bloedwaarden bekend en zou ik ’s morgens weer een zak bloed krijgen en in de middag nog bloedplaatjes.
Als goedmaker kreeg ik hele gezellige ochtendvisite. Karianne, Christa, Agathe en Marjolein kwamen op de koffie en hadden haak- en breiwerkjes meegenomen, dus we hadden een leuk creatief uurtje. Stijn was ook met de dames meegekomen en dat vond ik ook heel fijn! Alleen jammer dat ik vergeten ben er een foto van te maken. Terwijl zij er waren werd de zak bloed aan het infuus gehangen.
Toen de visite naar huis was, ging ik even naar het toilet. In de badkamer zag ineens overal bloed aan mijn handen en benen. Omdat mijn trombocyten (bloedplaatjes, die voor de stolling zorgen) nog onderweg waren naar het ziekenhuis en ze pas ’s middags aan zouden komen, schrok ik een beetje. De dokter had gezegd dat ik het meteen moest melden als ik ergens een bloeding zou krijgen.
Ik drukte dus meteen op mijn panic button en terwijl de verpleging onderweg was probeerde ik te ontdekken waar het bloed vandaan kwam. Ik kon nergens een wondje vinden, totdat de toegesnelde verpleegkundige het probleem zag. “Het is je infuus, dat lekt” zei ze. Geen reden voor paniek dus, want het was niet mijn eigen bloed wat overal zat, maar het was wel zonde van het donorbloed dat net naar binnen aan het lopen was. En het betekende dat er een nieuw infuus moest worden aangelegd en dat is steeds weer een uitdaging voor de verpleging. Ik beschouw mezelf als een makkelijke patiënt, maar op dit gebied maak ik het de mensen hier wel moeilijk.
De eerste poging mislukte, de volgende poging, aan de binnenzijde van mijn pols ook. Jammer, want dat was niet alleen best pijnlijk, maar dus ook nog eens voor niks. Toen werd er even overlegd wat het volgende plan zou worden; nog een collega een derde poging laten doen of naar beneden naar de anesthesist, die met behulp van echo zou gaan prikken. Het werd dat laatste. Leuk, want dan had ik weer eens een uitje! En ook nog eens naar een afdeling waar ik nog niet eerder was geweest.
Samen met verpleegkunde Trees ging ik naar de tweede etage. Op de verkoever afdeling aangekomen bleek helaas dat er niet standaard een anesthesist bijgeroepen wordt. Dus terwijl lieve Trees mijn hand vasthield deed de verpleegkundige aldaar ook nog drie mislukte pogingen om een infuus in mijn arm te krijgen…
Toen pas viel ik volgens het protocol blijkbaar officieel onder rampgebied, want de dokter werd erbij geroepen. Als een soort superheld schoof hij het infuus er met behulp van een echo in één keer en vrijwel pijnloos in. Wat een opluchting!
Terug op de afdeling kreeg ik om 16.00 uur mijn transfusie met trombocyten. En alsof de duvel er mee speelde, kreeg ik het binnen 5 minuten na het starten alweer koud. De warmtedeken die ik van de verkoever had mee gesmokkeld heb ik maar lekker om me heen gehouden.
Het is nu 18.00 uur. Met mijn muts op en onder mijn dekentje heb ik het nu niet echt koud meer. Ik hoop dat er geen koude rillingen meer volgen vanavond.
Gerard stuurde net het berichtje dat er ook vandaag geen post wasgeweest. Dus we weten nog steeds niet of hij een geschikte match is. Over een uurtje komen Dennis en mijn meisjes, samen met Frits en Miranda. Een welkome afwisseling voor de tegenvallers van deze dag ❤
Dat klinkt alsof ik zielig ben en in de put zit, als ik het zo terug lees, maar dat is niet zo hoor. Ik blijf grapjes maken hier en ik blijf uiteraard mijn positieve zelf. Ik ben alleen een beetje moe na deze lange dag.